I
Jij gelooft in die dingen
Toen ik ontdekte dat het gemorste vogelvoer
uitgroeide tot klavertjes
beloofde ik jou, uit alle enthousiasme,
het eerste klavertje vier dat ik zou vinden.
Ik hoopte dat jij iets symbolisch zou zien
wanneer ik je het aanreikte.
Ik hoopte dat je het dan zou opvatten
als een teken.
Want jij gelooft in die dingen.
Ik keek uit naar het moment dat het zover zou zijn.
Ik dacht: als wij terug zouden blikken,
zou jij het hebben over hoe romantisch het was;
hoe het lot telkens weer over onze levens beslist.
Want jij gelooft in die dingen.
Maar ik herinner mij alleen hoe ik elke dag
vol hoop zocht en alleen drietjes vond.
De eerste dag was het niet zo erg,
de tweede ook niet.
Tot ik merkte dat je op een dag verder zocht.
Toen begon ik de plantjes te smeken.
Of het hielp...?
Toen ik ontdekte dat het vermorste vogelvoer
uitgroeide tot klavertjes
beloofde ik jou, uit alle enthousiasme,
het eerste klavertje vier.
Maar die heb je nooit gehad, hè?
En ik vraag me dan nog altijd af
hoe jij het interpreteert.
Misschien dat jij het hebt opgevat als een ander teken?
Want jij gelooft in die dingen...
II
Wat telt
Dingen die vijf jaar geleden
onbelangrijk hadden moeten zijn,
zijn dat pas nu.
Ja, liever te laat dan nooit,
maar alle schade
blijft.
Ik doe er waarschijnlijk nog vijf jaar over
om alle leed te verwerken;
Drie jaar als ik aan mediteren begin of
anderhalf als ik een psycholoog zie
– ik raad de duration op basis van niets –
maar daarna ben ik vrij, hoop ik, hoewel
– ik heb het opgezocht op mr. Google –
geen enkele methode biedt
– je raadt het –
garantie.
Dingen die vijf jaar geleden
onbelangrijk hadden moeten zijn,
zijn dat pas nu. Vijf jaar te laat:
ik bezit waarschijnlijk traag groeiende emotie.
Grapje.
Dingen die vijf jaar geleden
belangrijk hadden moeten zijn,
zijn dat nu en
dat is wat telt.
III
Het lint
Gister was bijzonder.
Iets wat ik een tijdje niet heb gehad:
bijzonder. Een bijzondere dag.
Nu staar ik naar een stukje lint
dat ik plotseling in het vizier kreeg
terwijl ik gewoon naar het plafond keek
en dacht aan gisteren.
Plotseling realiseer ik mij
hoeveel gisteren en het lint vertonen.
Want net zo plotseling stond je er echt.
Geen doorgestuurd fotootje van een vriendin
of terloops berichtje van een vriend,
Maar jij. Echt-jij. Geen via-via.
En ik staarde maar.
Ik staarde in jouw ogen
net zo lang tot die
verdomde verraders verdwenen
uit mijn ogen, van mijn gezicht.
Ik wil onze bevroren glimlachen
van gisteren
het liefst laten drukken op een billboard,
maar nu schuilen die beelden in een foldertje
dat nog in drie andere foldertjes is.
Omdat niemand het mag weten.
IV
De nieuwe broden
Zes procent lijkt niet veel
tot je het bedrag waarvan hoort.
Dat zijn de nieuwe broden
die mensen dezelfde taal laten spreken.
En wanneer je een rekensommetje doet,
denk je: geen wonder dat mensen overlopen.
Ze eten immers smakelijke zonde.
V
Verboden parapluutje
De regen moet ergens vallen
na de drukkende hitte van de hele dag.
En terwijl er wordt afgewacht
heerst er een zekere onzekerheid:
wel of niet op straat?
De regen moet ergens vallen.
Al is het vrijwel nooit daar waar
de zonden hebben plaatsgevonden.
Of die zondaars zijn allang weg.
Plotseling wordt alles zwart.
Pech, als je nou net
niet had opgelet.
Pech, als jij dan nou net
geen paraplu bij de hand hebt.
Of jammer omdat het niet mag?
VI
Bijvoorbeeld
Wij lijken allemaal op elkaar.
Wij hebben allemaal
hetzelfde haar,
dezelfde naam,
spreken allemaal
dezelfde taal.
Wij lijken allemaal op elkaar.
Oh, wat lijken wij allemaal
op
elkaar.
En alles gaat goed, want
niemand hoeft echt na te denken:
hersens voor niets.
Wij hebben allemaal
dezelfde dromen,
dezelfde hormonen,
dezelfde bron
van inkomen.
Wij lijken allemaal
precies op elkaar
in een land dat niet bestaat.
Weg met absoluut gemak?
Er zijn trouwens belangrijkere dingen:
twee vrienden die het niet met alles eens zijn,
maar desondanks vrienden blijven.
Bijvoorbeeld.
Dit is de finale-inzending van Anyra Hamat, winnaar van Write Now! Suriname.
Lees hier de andere finaleteksten en stem vóór 25 juni op jouw favoriet!
Jij gelooft in die dingen
Toen ik ontdekte dat het gemorste vogelvoer
uitgroeide tot klavertjes
beloofde ik jou, uit alle enthousiasme,
het eerste klavertje vier dat ik zou vinden.
Ik hoopte dat jij iets symbolisch zou zien
wanneer ik je het aanreikte.
Ik hoopte dat je het dan zou opvatten
als een teken.
Want jij gelooft in die dingen.
Ik keek uit naar het moment dat het zover zou zijn.
Ik dacht: als wij terug zouden blikken,
zou jij het hebben over hoe romantisch het was;
hoe het lot telkens weer over onze levens beslist.
Want jij gelooft in die dingen.
Maar ik herinner mij alleen hoe ik elke dag
vol hoop zocht en alleen drietjes vond.
De eerste dag was het niet zo erg,
de tweede ook niet.
Tot ik merkte dat je op een dag verder zocht.
Toen begon ik de plantjes te smeken.
Of het hielp...?
Toen ik ontdekte dat het vermorste vogelvoer
uitgroeide tot klavertjes
beloofde ik jou, uit alle enthousiasme,
het eerste klavertje vier.
Maar die heb je nooit gehad, hè?
En ik vraag me dan nog altijd af
hoe jij het interpreteert.
Misschien dat jij het hebt opgevat als een ander teken?
Want jij gelooft in die dingen...
II
Wat telt
Dingen die vijf jaar geleden
onbelangrijk hadden moeten zijn,
zijn dat pas nu.
Ja, liever te laat dan nooit,
maar alle schade
blijft.
Ik doe er waarschijnlijk nog vijf jaar over
om alle leed te verwerken;
Drie jaar als ik aan mediteren begin of
anderhalf als ik een psycholoog zie
– ik raad de duration op basis van niets –
maar daarna ben ik vrij, hoop ik, hoewel
– ik heb het opgezocht op mr. Google –
geen enkele methode biedt
– je raadt het –
garantie.
Dingen die vijf jaar geleden
onbelangrijk hadden moeten zijn,
zijn dat pas nu. Vijf jaar te laat:
ik bezit waarschijnlijk traag groeiende emotie.
Grapje.
Dingen die vijf jaar geleden
belangrijk hadden moeten zijn,
zijn dat nu en
dat is wat telt.
III
Het lint
Gister was bijzonder.
Iets wat ik een tijdje niet heb gehad:
bijzonder. Een bijzondere dag.
Nu staar ik naar een stukje lint
dat ik plotseling in het vizier kreeg
terwijl ik gewoon naar het plafond keek
en dacht aan gisteren.
Plotseling realiseer ik mij
hoeveel gisteren en het lint vertonen.
Want net zo plotseling stond je er echt.
Geen doorgestuurd fotootje van een vriendin
of terloops berichtje van een vriend,
Maar jij. Echt-jij. Geen via-via.
En ik staarde maar.
Ik staarde in jouw ogen
net zo lang tot die
verdomde verraders verdwenen
uit mijn ogen, van mijn gezicht.
Ik wil onze bevroren glimlachen
van gisteren
het liefst laten drukken op een billboard,
maar nu schuilen die beelden in een foldertje
dat nog in drie andere foldertjes is.
Omdat niemand het mag weten.
IV
De nieuwe broden
Zes procent lijkt niet veel
tot je het bedrag waarvan hoort.
Dat zijn de nieuwe broden
die mensen dezelfde taal laten spreken.
En wanneer je een rekensommetje doet,
denk je: geen wonder dat mensen overlopen.
Ze eten immers smakelijke zonde.
V
Verboden parapluutje
De regen moet ergens vallen
na de drukkende hitte van de hele dag.
En terwijl er wordt afgewacht
heerst er een zekere onzekerheid:
wel of niet op straat?
De regen moet ergens vallen.
Al is het vrijwel nooit daar waar
de zonden hebben plaatsgevonden.
Of die zondaars zijn allang weg.
Plotseling wordt alles zwart.
Pech, als je nou net
niet had opgelet.
Pech, als jij dan nou net
geen paraplu bij de hand hebt.
Of jammer omdat het niet mag?
VI
Bijvoorbeeld
Wij lijken allemaal op elkaar.
Wij hebben allemaal
hetzelfde haar,
dezelfde naam,
spreken allemaal
dezelfde taal.
Wij lijken allemaal op elkaar.
Oh, wat lijken wij allemaal
op
elkaar.
En alles gaat goed, want
niemand hoeft echt na te denken:
hersens voor niets.
Wij hebben allemaal
dezelfde dromen,
dezelfde hormonen,
dezelfde bron
van inkomen.
Wij lijken allemaal
precies op elkaar
in een land dat niet bestaat.
Weg met absoluut gemak?
Er zijn trouwens belangrijkere dingen:
twee vrienden die het niet met alles eens zijn,
maar desondanks vrienden blijven.
Bijvoorbeeld.
Dit is de finale-inzending van Anyra Hamat, winnaar van Write Now! Suriname.
Lees hier de andere finaleteksten en stem vóór 25 juni op jouw favoriet!
Comments
Post a Comment